De computer zegt nee

Slotbeschouwing: ‘AI is niet goed of slecht, het gaat erom wat mensen ermee doen’

Door Rudy van Belkom

De verwachte ontwikkeling van artificiële intelligentie (AI) zit vol tegenstellingen. Zorgt AI straks voor meer autonomie of juist voor meer afhankelijkheid? Draagt AI in de toekomst bij aan meer gelijkheid of aan meer onrechtvaardigheid? Zal AI de mens uiteindelijk gaan ondersteunen of gaan vervangen? Et cetera. De focus ligt hierbij vaak op de ontwikkeling van de technologie zelf. De wijze waarop AI in de toekomst zal worden ingezet is echter sterk afhankelijk van de maatschappelijke context. Dit gaat dus niet alleen over de prestaties van de technologieën en de beschikbaarheid van resources, maar ook over strategische belangen en maatschappelijke acceptatie. Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat we deze context zelf creëren. De keuzes die we in het heden maken hebben grote invloed op de mogelijke toekomsten.

AI wordt nu nog te vaak gezien als een doel op zichzelf. De vraag of AI de beste oplossing voor het probleem is wordt hierbij nauwelijks gesteld. Men lijkt er vanuit te gaan dat AI een soort onvermijdelijke natuurwet is, waar we wel iets mee moéten. Deze houding lijkt de basis te zijn geweest voor het Strategisch Actieplan voor AI (SAPAI) dat het kabinet in oktober van 2019 lanceerde. Dit actieplan beschrijft de voornemens van het kabinet om de ontwikkeling van AI in Nederland te versnellen. Ondanks het feit dat het goed is dat in dit actieplan wordt uitgegaan van economische en maatschappelijke kansen, lijkt men onvoldoende na te denken over de gevolgen van deze ‘automatiseringsdrang’. We lijken hiermee af te stevenen op een scenario waarin de mens op verschillende gebieden wordt vervangen door AI, oftewel Substituted Intelligence. Besluiten van intelligente systemen kunnen dan ingaan tegen onze intuïtie: ‘Computer says no’. In hoeverre kunnen en willen we dit accepteren?

Tegelijkertijd wordt in het actieplan de ambitie uitgesproken om van Nederland een voorloper op het gebied van AI te maken. Dit suggereert dat het een wedstrijd is, met een duidelijke winnaar en verliezers. Geopolitieke spanningen kunnen dan hoog oplopen en verwijten over manipulatie en spionage kunnen leiden tot internationale conflicten. Hierbij kan juist een scenario ontstaan waarin de behoefte aan controle en regulatie ervoor zorgt dat AI ‘slechts’ als tool zal worden ingezet, oftewel Augmented Intelligence. Er zijn echter meerdere scenario’s denkbaar. In augustus 2019 kende NWO een zwaartekracht-subsidie van 19 miljoen euro toe aan een project dat moet bijdragen aan het samenbrengen van menselijke en artificiële intelligentie, oftewel Hybrid Intelligence. Het erkennen van AI als rechtspersoon komt hiermee dichterbij. Volgens experts kunnen we daarnaast het scenario van Transcended Intelligence, waarin AI menselijke intelligentie overstijgt en er een monocultuur ontstaat, ook nog steeds niet uitvlakken.  

Uiteindelijk zal er een toekomst ontstaan die elementen bevat van al deze visies, afhankelijk van het toepassingsdomein en de maatschappelijke context. Met het SAPAI gaat het kabinet te veel uit van één dominante ontwikkelingsrichting van AI en zou meer rekening moeten houden met alternatieve scenario’s. Door de komst van nieuwe generaties zullen andere normen en waarden ontstaan. Begrippen als transparantie en uitlegbaarheid zijn daardoor aan verandering onderhevig. Misschien gaan we wel accepteren dat AI biased is. De uitdaging zit dan meer in het eerlijk verdelen van oneerlijkheid. Wat we hierbij niet moeten vergeten is dat AI zelf niet goed of slecht is, het gaat erom hoe het door mensen wordt ingezet. De vraag is dus wat voor samenleving we gegeven alle technologische ontwikkelingen willen zijn. De maatschappij zal hoe dan ook fundamenteel veranderen en AI kan ons helpen om het juiste pad te vinden. We moeten alleen nog wel uitvinden waar we dan precies naar toe willen.

Slotbeschouwing: ‘AI is niet goed of slecht, het gaat erom wat mensen ermee doen’